habbelen

Na de verhuizing en twee weken meivakantie daalt langzaam de rust neer in de noodlocatie. Het uitzicht is geweldig, het werken op de vloer gaat steeds beter. 
Waarom we überhaupt naar de noodlocatie moesten was voor met name de 8e jaars onbegrijpelijk. Ja lekker is dat, maken wij dat nieuwe gebouw dus niet meer mee, zeggen Badru en Fons, gevolgd door de rest van mijn 8e jaars.
Geef mij maar ons oude lokaal….dit is gewoon een bouwkeet!
Ons oude blauwe lokaal, te blauw voor een enkeling, was zo vertrouwd en nu zitten we in een ‘bouwkeet’.

Deze bouwkeet, is voor de komende 15 maanden onze werkplek en het is wennen.
Wennen aan de akoestiek, wennen aan de ruimte, 
wennen aan de flexplekken, wennen aan het werken op de vloer, 
wennen aan waar alles te vinden is, wennen aan de kleur, wennen aan alles. 
Gewoon omdat het anders is.

Alles heeft een vaste plek in ons noodlokaal, maar regelmatig hoor ik.
Waar ligt de plakband. Waar is de nietmachine. Kleurpotloden…..Geen idee waar die liggen!
Na een rondje ‘wat vind je waar’ is het hopelijk duidelijk voor iedereen.
Er is nog één ding waar mijn leerlingen aan moeten wennen.
De nieuwe woorden die ik gebruik. 
Oké, Yinthe niet teveel habbelen, zeg ik als ze huppelend en luid babbelend door het noodlokaal gaat.
HABBELEN??? zegt ze verschrikt en staat stil.
Ze kijkt mij vragend aan.
Ja….huppelen en babbelen…..is HABBELEN.
Nou ja Lau, zegt ze lachend en habbelt vrolijk verder…