dinsdag
Als ik mijn fiets in het fietsenrek zet en mijn werktas eruit haal hoor ik Hoi Lau.
Het is 5 over 8. Hé Jenni…hoe was je vakantie?
Super leuk, de beste vakantie ever…. al zeg ik het zelf!
Jenni staat voor me en kijkt me met haar brede glimlach aan.
Enthousiast begint ze te vertellen. Jenni is een oud leerling van mij.
Dit jaar start ze op het voortgezet.
Heb je er zin in?
Het is even stil en er komt een diepe zucht.
Nou ik kon dus niet slapen, ik ben zoooo zenuwachtig.
Het komt vast goed, je bent zo gegroeid in de bovenbouw, zeg ik om haar gerust te stellen. Dat weet ik!
Ze stapt van haar fiets en zegt: Even een knuffel van mijn oude juf en slaat haar armen om me heen……
donderdag
Wow gaan we op de fiets naar het kamp! zegt Rowan enthousiast.
Het is ongeveer een uurtje fietsen, dus als je niet zoveel fiets dan heb je de tijd om nog wat te oefenen. De meningen over het fietsen zijn verdeeld.
Het fietsen door weer, wind en regen gaat goed.
Als we twee weken later naar een oude WP-film kijken komt er een fragment voorbij waar Kees Boeke op de fiets stapt samen met zijn werkers.
Ik zet het beeld stil. Kijk Kees ging ook altijd fietsen! Ja naar het zwembad zegt Merla verontwaardigd. Klopt en wij naar het kamp zeg ik lachend.
vrijdag
Stel dat hier op school vluchtelingkinderen komen. Hoe zou jij dit vinden? vraag ik in de besprekingskring.
Ik denk dat het best wel wennen is dan voor die kinderen.
Is dat wel leuk voor ze?
Spreken ze Nederlands? vraagt Siena.
Het is wel fijner als ze dan met meer bij ons in de groep komen, dan kunnen ze met elkaar praten! zegt Evy.
Nee dat moeten we juist niet doen, zegt Hugo. Hij doet zijn armen naar voren.
Kijk wij moeten er juist voor zorgen dat ze bij ons….. hier in de groep er helemaal bij horen.
Hij maakt van zijn armen een kring en trekt ze naar zich toe.
Het is even stil want Hugo schets een mooi en bijzonder beeld en dat maakt indruk op iedereen…..