wennen

Ieder jaar is het weer even wennen in een nieuwe groep.

De derde jaars zijn net kleuter af. De lange dagen worden als héél erg lang ervaren, terwijl ze net zo lang zijn als bij de kleuters. Het voelt eindeloos voor een aantal.
De vierde jaars moeten wennen aan hun nieuwe positie als oudste in de groep.
Ze helpen de derde jaars op alle mogelijke manieren, bij het buitenspelen, tijdens het zelfstandig werken, het inloggen op een ChromeBook, bij de dienstploeg…

In de vierde week hoor ik steeds minder ‘Gaan we zo naar huis.’
De korte dagen zijn kort en de lange dagen zijn gewoon iets langer.

We zitten in de kring en doen een spelletje.
Florian zegt Doe je benen omhoog. Alle benen vliegen de lucht in.
En weer omlaag, vervolgt hij. Een paar benen gaan naar beneden en snel weer omhoog.
We moeten allemaal lachen.
Florian lacht en geniet.
En Florian zegt …. raak je voet aan.
Daar zitten we dan, met z’n achtentwintigen met de benen omhoog en één hand bij de voet. Het voelt alsof we dit spel al jaren spelen.

Tyn wijst naar mijn slippers.
Mooie slippers zegt hij en raakt daarna één van mijn tenen.
Hij kijkt me aan en zegt Leuke teentjes.
Ik schiet in de lach.
Dankjewel Tyn,  zeg ik en denk mooi, we zijn aan elkaar gewend.