Als we aan het werk gaan zeg ik altijd banken aan de tafels, groep drie aan de instructie, groep 4 zelfstandig en stil aan het werk.
Als de time-timer gaat, zeg ik altijd Oké we gaan opruimen, de kring klaarzetten en je eten en drinken pakken…
Ik besluit het volgende, morgen voer ik bis, bas en oké in.
Als we ’s ochtends in de kring zitten zeg ik: Als we aan het werk gaan, zeg ik altijd banken aan de tafels en groep 3 aan de instructietafel voor rekenen en groep 4 gaat zelfstandig aan het werk.
Het blijft stil.
Voortaan zeg ik Bis 3 rekenen en Bas 4.
Verbaasde gezichten kijken mij aan en ik hoor Bis drie en Bas vier…..
Luister, vervolg ik, de B -ik spreek de B overdreven duidelijk uit- is van banken aan de tafels …… de I is van instructie en de S is van stil aan de instructietafel…..
Dat is BIS. Ik herhaal het nog een keer.
En BAS is de B van banken aan de tafels de A is van AAN het werk gaan en de S is van STIL . Dat is BAS…
Ik zie dat de meeste kinderen het begrijpen. Dat noem je een ezelsbruggetje.
En dan heb ik er nog één bedacht en dat is OKE.
Het woord oké gebruik ik best wel vaak…. maar als we klaar zijn met het werk en als de time-timer gaat zeg ik altijd Oké…. we gaan opruimen, kring klaar zetten en dan gaan we eten en drinken.
Dus de O is van op… Opruimen? zegt een vierde jaars. Ik knik.
En de K? vraag ik.
Ja van de kring zeker! zegt een vierde jaars. Heel goed en als laatste de E….
Van eten en drinken wordt er ietwat twijfelend geroepen.
Super, jullie weten goed hoe ezelsbruggetjes werken, zeg ik trots.
En dan is het nu tijd voor BIS 3 rekenen en BAS 4.
Bijna iedereen komt in beweging. Bis en Bas werkt tot nu toe best oké …….