taal

Het is opvallend om te zien hoe snel zinnen en woordgrapjes in een groep worden opgepakt. Tijdens een rekeninstructie van groep 3, tellen we tot 10. Als we bij de tien zijn zeg ik TIEN…wie niet weg is, is gezien….

Sommige vierde jaars doen mee, de één fluisterend en de ander meeknikkend met het hoofd.

Toen ik in de middenbouw ging werken, leek het wel alsof ik automatisch meer ging rijmen. Hé da’s grappig dat rijmt dus het is waar zei ik een keer achter een rijmende zin.

En het klopt ook nog …… vervolgde ik verbaasd. Dat zinnetje zette ik vaak in en werd door de groep -vaak met een lach – afgemaakt.

Dat ik van blauw hou is algemeen bekend in mijn groep op school, binnen mijn familie en vrienden. Vaak zeg ik Blauw blauw ik hou van jou!  Op mijn verjaardag was mijn hele groep in het blauw.

Ze keken mij allemaal trots aan en waren blij dat ik het héél snel in de gaten had.

Het regende die dag niet alleen felicitaties maar ook heel veel “Blauw, blauw ik hou van jou-s.”

Het is grappig om te zien hoe aan die zinnen en woordgrapjes een eigen draai wordt gegeven. Tijdens het buitenspelen is één van mijn leerlingen gevallen. Samen met haar vriendinnetje gaat ze naar het secretariaat (BHV). De bult op haar hoofd kleurt blauw.

Eén vriendinnetje zegt Kijk hij wordt blauw, dan houdt Lau nog meer van jou…. Beide glunderen ze en ik ook als ik dit hoor.