Kijk Lau, ik heb het meegenomen.
Justus staat voor me. In zijn handen heeft hij een doosje.
De deksel gaat van de doos. Justus vouwt de zwarte lap open en daar verschijnt het boek.
We beginnen de ochtend met Milton.
Justus pakt het voorzichtig uit het doosje en begint te vertellen over zijn oma, over vroeger, over landhuizen,
over zijn verzameling van oude boeken.
Mijn oma heeft héél veel oude boeken. Dit boek is van 1780.
Wow dat is oud, zegt Merijn. Er wordt geknikt.
Het boek heet Paradise Lost van John Milton en het is ook nog in het Engels.
Als ik vraag of Justus een stukje voor wil lezen, slaat hij het boek open en begint.
Het is stil. Engelse woorden galmen door het lokaal.
Na twee zinnen hoor ik alleen nog maar de stem van Justus.
Het klinkt prachtig. De laatste woorden, ik hoor ergens in de groep een diepe zucht.
Wat lees je dat toch ontzettend goed en mooi voor Just, zeg ik.
Ik zou niet meer weten wat je allemaal hebt voorgelezen maar misschien kun je het een keer meenemen naar Engels?
Justus lacht en zegt O ja en het is ook nog een gedicht.
Zal ik even langslopen met het boek? zegt hij.
Prima, goed idee!
Hij loopt héél voorzichtig en op zijn tenen rond.
In zijn handen heeft hij ‘Paradise Lost’.
Justus draagt het als een kostbare schat.
Bij iedere tafelgroep wordt er met grote belangstelling naar het boek gekeken en geluisterd als Justus nog ‘even’ iets verteld.
Het is pas negen uur en héél erg stil.
Met bewondering kijk ik naar de groep.
Ik print het beeld in mijn hoofd en zet de tekst 2013 mooi begin eronder…