De eerste dag, na zes weken vakantie, de groep vult zich langzaam…
Het is wennen, vooral voor de nieuwe 7e jaars leerlingen. Ze zijn gewend om binnen te komen in een groep waar de namen op de tafeltjes staan.
Genoeg tafels maar geen naamkaartjes te bekennen.
Welkom in de bovenbouw.
Wij hebben hier vaste plekken en flexplekken, begin ik in de kring.
Wie van de 8e jaars wil daar iets over zeggen?
Nou, zegt Ennie, ik vind het bijvoorbeeld prettiger om aan een vaste tafel te zitten, dan kan mijn spullen pakken en direct aan het werk gaan.
Celine vult lachend aan: Ik ook en ik heb nogal veel spulletjes…
Dat daar zijn flex plekken en dit zijn gewoon de vaste plekken, zegt Louk, ik werk graag op een flex plek, dat vind ik gewoon fijn.
Het is even stil. De 7e jaars kijken de groep rond.
Oké, wie wil het liefst een vaste plek?
Ik begin te tellen, bij vijf telt de halve groep al enthousiast mee.
Acht tien…dertien..vijftien en …achttien!
Lau…, roept Fenna enthousiast, het klopt precies..
Ik knik, want in de groep zijn18 vaste plekken en 12 flexplekken.
Hoe toevallig is dat, zeg ik opgelucht en realiseer me dat de eerste 30 minuten hectisch hadden kunnen zijn. Fijn zo’n rustige start.
Iedereen zoekt een plekje. Celine legt al haar potloden op kleur op haar tafel.
Ennie haalt haar tas leg en stop alles in haar laatje.
Menno trommelt op zijn tafel en kijkt zijn mentorkind Berend aan.
Jelcke, Ies en Diane hebben zich geïnstalleerd op een flex plek.
Het is half 10 en we gaan aan het werk.
Ik verbaas me na één uur alweer hoe goed mijn leerlingen een eigen ‘bewuste’ keuze kunnen maken.
Op een goed jaar, denk ik en neem tevreden een slok koffie…